woensdag 12 juni 2013

TIROL INFERNO Annelies Verbeke en Klaas Verplancke


Samenvatting: Tirol inferno 
Twee toptalenten vinden elkaar in een hilarische novelle. Annelies Verbeke, altijd te vinden voor een dosis waanzin, schreef een tekst in verzen - sterker nog: in jambische pentameters op rijm. Bij dit huzarenstukje tekende Klaas Verplancke prenten in een uitbundige mix van stijlen. Die prenten stijgen ver uit boven wat we doorgaans een illustratie noemen. 

De veertig personages die hun opwachting maken, zijn tot elkaar veroordeeld door de falende techniek. De skilift waar ze samen in gestapt zijn, blijft stilstaan. Hoe langer het duurt, hoe meer de eerst nog gemoedelijke sfeer beladen raakt met ergernis en onbegrip. Door een oud geheim komt het zelfs tot een handgemeen. Tirol inferno is een klucht en een parabel tegelijk. Want natuurlijk draait het ook hier om de kleine kanten en grote gevoelens waar de mens al eeuwenlang mee worstelt. 

Verbeke en Verplancke tekenen met Tirol inferno voor een van de origineelste en vermakelijkste boeken van het jaar.
NBD|Biblion recensie
Het kunstzinnig ogende, compacte boek begint met schetsen van een steeds witter wordend berglandschap; dan begint de eigenlijke vertelling (op rijm), maar niet voordat een skilift wordt afgebeeld, stil hangend boven het gebergte. Vervolgens trakteert veelzijdig illustrator Verplancke de toeschouwer op een wirwar aan James Ensor-achtige gezichten, die al naar gelang de ontwikkelingen steeds weer andere expressie tonen: veertig toeristen zitten vast, het gaat langer duren dan comfortabel en intussen schetsen de Vlamingen Verbeke (tekst) en Verplancke (tekening) samen de interactie tussen en het innerlijk leven van de onfortuinlijke toeristen, hetgeen verrassingen oplevert. En passant wurmen de scheppers van het tafereel zich ook nog binnen de plot, zodat 'het publiek' van de ene verbazing in de andere valt. Een uitdagend, absurdistisch project. De paginering van deze toch ruim 200 bladzijden tellende hardback ontbreekt; de kunstenaars zijn terug te vinden op hun sites: www.anneliesverbeke.com, en www.klaas.be. 
Ans Mooijenkind-in 't Hol (NBD|Biblion recensie)

zondag 24 maart 2013

Metamorfosen van Peter Vos


Peter Vos geldt als een van de meest creatieve Nederlandse figuratieve kunstenaars uit de tweede helft van de 20ste eeuw en de eerste jaren van de 21ste eeuw. Zijn tekeningen en prenten zijn dan ook veelvuldig opgenomen in de collecties van o.a. het Rijksmuseum en het Centraal Museum. Bij het grote publiek werd hij bekend door zijn werk als illustrator voor de tijdschriften Propria Cures, Vrij Nederland en Hollands Maandblad.

Metamorfosen hebben gedurende Vos’ hele leven een aantrekkingskracht op de kunstenaar uitgeoefend. Pas in latere perioden van zijn carrière zou dit leiden tot een ware explosie van tekeningen naar de eigenlijke – op Ovidius gebaseerde – metamorfosen. Figuren werden aanvankelijk overwegend als op zichzelf staand ten tonele gevoerd, om decennia later, vanaf ongeveer 1982, een rol te spelen in een volledig proces van gedaanteverandering. De grote eruptie zou in 2003 volgen, toen Vos volgens programmatische lijnen vele schetsen en tekeningen maakte van de metamorfosen van Zeus, Philomela, Ascalaphus, Nisus, Tereus, Antigone, Ceyx, de Piëriden ofwel de dochters van Piëros, de zusters van Meleager en diverse andere personages uit het boek van Ovidius.

Op 7 maart 2013 opende in het Institut Néerlandais te Parijs de tentoonstelling "Métamorphoses" met tekeningen van de Nederlandse kunstenaar Peter Vos (1935-2010). Bij de expositie, georganiseerd door de Fondation Custodia t/m 26 mei 2013, verscheen deze een volledig geïllustreerde gebonden catalogus, in een Franse en een Nederlandse editie, geschreven door Eddy de Jongh en Jan Piet Filedt Kok, uitgegeven door de Fondation Custodia, de Hercules Segers Stichting en Uitgeverij THOTH. De tentoonstelling reist door naar Museum het Rembrandthuis in Amsterdam van 8 juni t/m 6 oktober.



donderdag 17 januari 2013

GORGELRIJMEN & GORGELWEZENS C.Buddingh' en Katinka van Haren




Het lijkt wel abracadabra. Gegoochel met woorden. Het gaat echter allemaal over Gorgelwezens. Ontstaan vanuit de fantasie van de Dordtse dichter en prozaïst C. Buddingh' (1918 - 1985). Zijn gorgelrijmen prikkelen nog altijd de verbeelding van velen.
Ook die van de Dordtse kunstenares Katinka van Haren. Denkend in beelden, kleuren en materialen laat zij zich graag  meevoeren op de inspirerende klanken van de gorgelrijmen. Ze wekt de gorgelwezens tot leven met haar creërende fantasie.
Eerst ging ze aan de slag met touwen, plastic, boomschors, schelpen en andere materialen. Daaruit ontstond een driedimensionale blauwbilgorgel. Vervolgens ving ze 17 fantasiefiguren in potloodtekeningen. Deze vormen nog altijd een mooie illustratie voor het vijfde deel van Buddingh' Cahiers “Wie niet weg is is gezien” (geschreven door biograaf Wim Huijser, 2009).

De Krillemonus
In het kunstboek Gorgelrijmen en gorgelwezens gaat Katinka van Haren nog een stap verder! Ze verrijkt de taalkunsten van C. Buddingh' met 40 kleurrijke potlood- en pentekeningen aangevuld met prachtige dessins. In volle glorie tonen de gorgelwezens hun schoonheid. Zowel in taal als beeld.

Speciale aandacht trok "De Krillemonus"  met het gedicht:

Ken je de krillenmonus niet?
O, je kent hem vast als je hem ziet.
Hij heeft zo'n bibliofiele kop,
met fijne sprietjes gras erop,
een mond, een neus, en dertien oren
(zeven op zij en zes van voren),
en aan zijn brimmel hangt een bord
met "Hier liever geen vuil gestort".
Zwerf maar veel rond langs 's heren wegen,
dan kom je 'm vast wel een keer tegen.

www.katinkavanharen.nl
www.gorgelwezens.nl

ISBN 978 90 89102 560 / NUR 306